De Belgische Trein bij leven en welzijn

Catalogusnummer

B0078

INLEIDING
Sinds de trein in ons landschap verscheen, veranderde de samenleving. Geleidelijk werden de afstanden korter en groeiden de dorpen, de steden en de landen dichter naar elkaar toe. De trein ondersteunde de menselijke relaties en hielp bij de verruiming van de tewerkstelling. Voor anderen werd de trein het gedroomde middel om op een toeristische verkenning te gaan, in het binnenland en in het buitenland. Waar de eigen spoorwegmaatschappij minder soepele mogelijkheden voor de wereldreiziger ontwikkelde, sprong de privéI sector bij en werden er internationale verbindingen gei creëerd waarlangs luxueuze treinstellen de passagiers naar hun bestemming brengen. Vandaag is de TGV in aantocht. Het is de bedoeling dat deze internationale, supersnelle trein het reizen in het bereik van iedereen brengt die de trein, voor verplaatsingen binnen Europa, verkiest boven de auto. Hoewel er in den beginne heftig verzet, vooral vanwege bepaalde gemeentebesturen en de landbouwers, bestond tegen de trein, heeft hij vrijwel onmiddellijk na de eerste ritten de sympathie van iedereen gekregen. Het duurde niet lang of de trein maakte deel uit van het maatschappelijke en het economische leven. Bovendien ontstond er rond de trein en het station, binnen en buiten de NMBS, een drukke handelsactiviteit waarin vele bedrijven en beroepen aan hun trekken komen.
De trein heeft altijd een magische aantrekkingskracht gehad. Waar men ook met de trein naartoe rijdt, „de trein is altijd een beetje reizen”. De Belgische Staatsspoorwegen, en daarna de NMBS, hebben er bestendig voor geijverd opdat de reizigers met een maximaal comfort naar hun bestemming kunnen worden gevoerd. De technische opvatting die er over de trein als verkeersmiddel bestond, veranderde vlug in het voordeel van de cliënt. De open reizigerswagons maakten plaats voor ruime overdekte houten en daarna metalen rijtuigen, die permanent werden aangepast aan de wensen van de cliëntele en werden voorzien van verlichting, verluchting, verruimde compartimenten en verwarming zodat de treinrit steeds aangenamer en gezelliger werd. Toen de NMBS in 1926 werd opgericht, konden de beheerders van de maatschappij fier en tevreden terugblikken op de weg die was afgelegd en de toekomst die ze konden bepalen. In de eerste plaats werd er gedacht aan de modernisering van de tractie. Wegens de versnippering van het beheer, als gevolg van de concessies aan privé-maatschappijen, kwamen de Belgische Staatsspoorwegen van 1870 tot na de Tweede Wereldoorlog in het bezit van een uiteenlopend arsenaal van locomotieven en rijtuigen. Bovendien werden het concept en de vormgeving van de stoomlocs meermalen veranderd, zodat de NMBS moest overgaan tot ombouw van de oudere locs of de aankoop van nieuw materieel. Deze houding werd gestimuleerd door het feit dat de NMBS haar sinds 1835 vooruitstrevende en leidende rol op het vlak van het spoorwegverkeer op elk moment wilde behouden. De maatschappij deed dit ook van binnenuit. Verschillenden van haar ingenieurs waren fervente treinfans. Ze creëerden zelf nieuwe, geavanceerde locomotief….